Herwaardering van hiërarchie

: Function split() is deprecated in /home/peter/rpmplatform.nl/htdocs/sites/all/themes/amadou/page.tpl.php on line 105.

Als zelforganisatie zoveel voordelen heeft, waar heb je hiërarchische structuren en posities dan eigenlijk nog voor nodig? Het is in ieder geval modieus om het te hebben over afschaffen van hiërarchie, en management is in veel organisaties inderdaad minder centralistisch geworden. Maar de meeste mensen blijven toch gewoon een hark tekenen als je vraagt hoe de structuur van hun organisatie is. Is dat ‘oud denken’ dat gaandeweg het veld zal ruimen? Dat staat nog te bezien.

In een ruimer perspectief bekeken is hiërarchie een volkomen natuurlijk beginsel. Het kenmerkt niet alleen organisaties van mensen, maar ook populaties van dieren. Bij dieren wordt hiërarchie zelfs belangrijker naarmate ze intelligenter zijn: een school vissen kan wel zonder leider, maar een troep apen niet. Het verlangen van fysiek of mentaal sterke mensen om macht te hebben is dan ook niet de erfenis van een managementtheorie uit de vorige eeuw, maar zit veel dieper en is mensen eigen. Het is daarom onwaarschijnlijk dat het hiërarchisch paradigma als gevolg van nieuw denken over organisaties zal verdwijnen.

Een andere reden om hiërarchie niet af te schrijven is dat de klassieke organisatiestructuur goed beschouwd een uiting is van fractale zelforganisatie en dus prima past in het nieuwe denken. Net als bij een broccoli zijn er vertakkingsregels die bij groei ongewijzigd doorgegeven worden en in iedere uitloper weer toegepast worden. Bijvoorbeeld het principe van eenheid van bevel, een richtlijn voor span of control, de manier van beschrijven van structuur en functies, of de verplichte registratie van afdelingen in de financiële en administratieve computersystemen van de organisatie. Dergelijke structuurregels, vaak ongeschreven, duiden we hierna aan met dezelfde term die in de biologie gebruikt wordt: genetische code. Deze code zorgt ervoor dat hiërarchische eenheden dezelfde taal spreken en daardoor beter samenwerken. Iedereen weet immers wat een afdeling is, wat je wel en niet van een chef mag verwachten, en hoe je een stippellijn in een organogram moet interpreteren. Voorstellen voor uitbreidingen van de organisatiestructuur borrelen op uit de organisatie (bij inkrimpen is het een heel ander verhaal) en gaan dan als vanzelf over nieuwe hiërarchische eenheden. De genetische code van de hiërarchie ontslaat dus de top van de verplichting om iedere structuurwijziging centraal te ontwerpen. Hiërarchische organisatiestructuren zijn daarmee een schoolvoorbeeld van zelforganisatie. Als ze nog niet bestonden was het nu een goede tijd om ze uit te vinden.

Als we ervan uitgaan dat we voorlopig nog niet van hiërarchische besturing af zijn, en dat mogelijk op termijn niet eens willen, dan is de functie van hiërarchie in organisaties aan een herwaardering toe. De genetische code van hiërarchie hoeft niet van tafel maar er moet wel een gen bij voor zelforganisatie als het ‘andere’ principe voor ‘getting things done’. Het moet ook duidelijk worden waar de specifieke toepassing ligt van zelforganisatie en waar centrale besturing de eerste keuze is. Het moet ook helder worden wanneer klassiek besturen en zelforganisatie elkaar tegenwerken en wanneer ze elkaar versterken.